Lenzen kun je dragen van 's ochtends tot 's avonds. Als je ze 's nachts draagt, dan kan dit wel nadelig zijn voor het oog.

Hygiëne is erg belangrijk. Voordat je je lenzen inzet, moet je je handen eerst grondig wassen.

Als je de lens uit de lenshouder haalt, controleer dan eerst of hij niet toevallig achterstevoren zit. Dit doe je door de lens op je vingertop te leggen en van de zijkant te bekijken. De lens hoort de vorm van een kopje te hebben. Heeft de lens de vorm van een schoteltje, dan zit hij binnenstebuiten en moet de lens omgeklapt worden.

Nu trek je met je andere hand het bovenste ooglid omhoog. Vervolgens leg je de lens op het oog. Maar dan zonder dat je de vinger op de pupil drukt. De lens wordt dan op het oog gezogen. Dit heet 'capillariteit' en als het goed is voel je er niets van. 

Voelt het wel pijnlijk aan, dan zit er wellicht een vuiltje tussen je ook en de lens. Haal de lens er dan weer even uit. Dit doe je door het bovenste ooglid weer omhoog te trekken. En de lens met je duim en wijsvinger van je andere hand te pakken. Sommige mensen doen het ook met 1 vinger. Door een wrijvende beweging naar de zijkant te maken. Bij harde lenzen wordt het ook wel eens gedaan met een zuignapje.